Stille Zaterdag 16 april 2022

Geplaatst op 16 apr 2022

Liturgie Paasnacht van Stille Zaterdag 16 april 2022

Liturgische kleur: van niets naar wit tijdens de viering

Orgel: Henk van Andel
Dwarsfluit: Marja van Heelsum- Faber
————————————————————————————————————

Stilte en geen orgelspel voor de viering

Binnenkomst ambtsdragers
Ouderling van dienst en de predikant knikken elkaar toe.

Aanvangslied: Lied 592: alle drie verzen (‘Stil ligt de tuin rondom het witte graf’)

Drempelgebed door de ouderling van dienst: (Frank van Heelsum)
Goede God, wij zijn bij elkaar gekomen,
omdat we vertrouwen dat het Pasen wordt.
Als het donker is in de wereld, en in ons leven, dan bidden wij:
God, geef licht. Amen.

Kyrië: Psalm 51:1, 4 en 7 (‘Ontferm u God, ontferm u, hoor mijn klacht’)

Uitleg liturgische bloemschikking

Gebed bij de bijbellezingen:

Bijbellezingen door de lector Marianne Hartman gelezen, gevolgd door liederen:
Vooraf aan iedere lezing geeft de voorganger een korte inleiding / toelichting.

Voorganger:
Deze psalm is een gebed in de vorm van een gedicht, een lied,
vanuit het diepte van verlangen, en hoop – op redding en bevrijding.
Is de redding en bevrijding al gekomen,
of leeft de hoop juist in de ondergang zodat de dichter de opstanding en leven al ziet … ?
De dichter kent de angstige ervaring van de eenzaamheid en van God verlaten te zijn.
De dichter weet hoe het is als ‘het gelaat van God voor je verborgen’ is.

Lezen: Psalm 30

Zingen: Psalm 30a: alle vijf verzen (‘Van U wil ik spreken’)

Voorganger:
Vanuit de ervaring van een doodsbestaan in ballingschap
jubelt de profeet ‘tegen de klippen in’ over de goddelijke bevrijding en leven
waartoe hij de mensenkinderen van God oproept om op te blijven hopen.
Als je hoopt op opstanding en leven,
gebeurt er al vast iets daarvan – zelfs als het nog donker is in je leven.

Lezen: Sefanja 3: 14-20

Zingen Lied 591: alle zes verzen (‘O Heer, wees met uw kerk’)

Voorganger:
Het eerste scheppingsverhaal is een opstandingsverhaal.
Juist als alles woest en doods is, kun je ontdekken dat het God is
die licht en leven voortbrengt in de duisternis van ons leven in onze wereld.

Lezen: Genesis1: 1-5

Zingen Lied 601: alle drie verzen (‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’)

Voorganger:
We zouden willen dat er alleen maar vreugdevol leven was, zonder lijden,
alleen maar plezier, zonder pijn,
alleen maar opstanding en leven, zonder dood,
alleen maar winst zonder verlies, alleen maar licht zonder donker.
Maar, in der waarheid, is het mooie leven in het lijden te ontdekken,
plezier kunnen wij alleen herkennen, omdat wij weten wat pijn is,
de opstanding kan er alleen maar zijn, omdat er dood is,
het licht kunnen we alleen maar zien, als het in het donker schijnt.

Lezen: Marcus 8: 31-37

Zingen Lied 598 herhalend ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur …’
De paaskaars wordt door een diaken binnengebracht.

Na het plaatsen van de paaskaars zegt de diaken:
‘Jezus Christus is het licht voor de wereld.’

Zingen Lied 600: alle vijf verzen (‘Licht, ontloken aan het donker’)

Witte kleden in de kerk gebracht.
Bloemenkrans met wit in de kerk gebracht en op de doopvont gelegd.

Uitleg door de voorganger van de symboliek van de kleden en bloemenkrans

Voorganger:
Het gebeurt dus toch wel: dat er licht in het donker gaat schijnen,
dat mensen door de opwekkende kracht van God opstaan uit hun doodsbestaan.
Als ik zie dat de tegenwoordige leden van het lichaam van Christus
opstaan uit hun doodsbestaan en leven in vreugde,
als ik hun licht zie schijnen en hoe zij het goddelijke levenslicht aan elkaar doorgeven,
als ik dat allemaal zie en ervaar,
dan geloof ik dat God Jezus Christus, de Mensenzoon uit de dood heeft opgewekt.
Hij is inderdaad niet onder de doden, maar onder de levenden te vinden en te ervaren.

Lezen: Lucas 24: 1-12

Zingen Lied 608: alle drie verzen (‘De steppe zal bloeien’)

Gebeden

Slotlied Lied 611: alle vier verzen (‘Wij zullen leven, God zij dank’)

Muziek: Berceuse (orgel en fluit) – G. Fauré 1845-1924